Ooracupunctuur: het oor als kaart van het lichaam

Ooracupunctuur: het oor als kaart van het lichaam

Ooracupunctuur is voor veel mensen zo’n techniek waar ze weleens van gehoord hebben, zonder precies te weten wat het is. Kleine naaldjes in het oor, pleistertjes met zaadjes, soms ook bij verslaving of stress.

Toch zit er een verrassend verhaal achter. Het begint niet in China, maar in Frankrijk, bij een arts die toevallig iets opmerkte aan het oor van een patiënt.

Een toevallige ontdekking in Lyon

In de jaren ’50 werkte de Franse arts Paul Nogier in Lyon. Hij zag een patiënt met ernstige ischiasklachten die opvallend genoeg veel minder pijn had dan verwacht. Bij onderzoek viel hem iets op: een klein littekentje aan de oorrand.

De patiënt vertelde dat hij ooit behandeld was door een lokale genezer. Die brandde met een gloeiend voorwerp een puntje op het oor door en de pijn in het been was daarna sterk verminderd.

Nogier werd nieuwsgierig. Hij ging bij andere patiënten met vergelijkbare littekens na wat er gebeurd was en zag hetzelfde patroon: specifieke plekken op het oor leken samen te hangen met klachten ergens anders in het lichaam. Daar begon zijn zoektocht.

Het oor als omgekeerd embryo

Toen Nogier allerlei observaties naast elkaar legde, viel hem iets op aan de vorm van het oor.
Als je het oor voor je ziet als een klein landschap, dan kun je daarin een soort omgekeerd embryo herkennen:

  • de oorlel correspondeert met het hoofd
  • het gebied langs de oorrand met de wervelkolom
  • dieper in de oorschelp vind je projecties van organen en buikgebied
  • richting bovenin het oor liggen zones die passen bij benen en voeten

Fetuskaart van het oor volgens Paul Nogier

Eerste publicatie van de oorkaart door de Franse arts Paul Nogier, 1957 (Nogier P. “Über die Ohrakupunktur”, Duitstalige publicatie).

Hij tekende dit uit als een soort kaart: een klein mensje, ondersteboven in het oor. Deze “fetuskaart” werd later wereldberoemd en wordt nog steeds gebruikt als basis voor veel systemen van ooracupunctuur.

Van Franse artsen naar Chinese geneeskunde

Nogier presenteerde zijn bevindingen in 1956 op een congres in Marseille. Zijn oorkaart werd eerst in Duitsland gepubliceerd en kwam via die weg uiteindelijk in China terecht.

Daar gebeurde iets interessants:
Chinese artsen herkenden delen van zijn kaart in oudere, losse beschrijvingen van oorpunten. Ze namen zijn systematische aanpak over, vulden die aan met hun eigen ervaring en integreerden ooracupunctuur in de bestaande Chinese geneeskunde.

Sindsdien bestaan er grofweg twee lijnen:

  • “Franse” ooracupunctuur (auriculotherapie) – meer vanuit neurologie en reflexzones
  • Chinese ooracupunctuur – ingebed in het meridiaansysteem en TCM-denken

In de praktijk lopen die twee tegenwoordig vaak door elkaar.

Hoe werkt ooracupunctuur volgens de huidige kennis?

Vanuit de Chinese geneeskunde wordt ooracupunctuur gezien als een microsysteem: het hele lichaam is als het ware weerspiegeld in het oor. Door kleine prikjes of druk op die punten prikkel je de doorstroming van Qi en de regulatie van organen, spieren en zenuwstelsel.

Vanuit westers oogpunt weten we dat:

  • het oor rijk bezenuwd is, onder andere door takjes van de nervus vagus, de nervus trigeminus en takken uit de halsregio
  • prikkeling van bepaalde delen van het oor invloed kan hebben op hersengebieden die betrokken zijn bij pijn, stemming en autonome functies (zoals hartslag en ademhaling)
  • gevoelige punten op het oor vaak een relatie hebben met plekken van klachten in het lichaam

Ooracupunctuur grijpt daarmee via een klein oppervlak in op systemen die dieper in het lichaam liggen.

Waarvoor wordt ooracupunctuur gebruikt?

In de praktijk wordt ooracupunctuur wereldwijd ingezet bij onder andere:

  • pijnklachten (rug, nek, gewrichten, hoofdpijn)
  • stress, spanning en overprikkeling
  • slaapproblemen
  • ondersteuning bij stoppen met roken of andere verslavingen
  • hormonale schommelingen en overgangsklachten

Vaak wordt het gecombineerd met lichaamsacupunctuur.
Oorpunten kunnen helpen om het zenuwstelsel te kalmeren, de pijndrempel te beïnvloeden en het lichaam net dat extra zetje te geven richting ontspanning.

Hoe ziet een behandeling met ooracupunctuur eruit?

Een behandeling kan verschillen per therapeut, maar grofweg gaat het zo:

  1. Kijken en voelen
    De vorm van het oor, kleurverschillen, kleine adertjes of gevoelige plekjes geven informatie.
  2. Punten kiezen
    Aan de hand van je klachten worden een paar gerichte punten gekozen, bijvoorbeeld voor zenuwstelsel, pijn, spijsvertering of hormoonbalans.
  3. Naaldjes of zaadjes
    Er kunnen heel fijne naaldjes gezet worden, of kleine “oorzaadjes” (bijvoorbeeld vaccariazaadjes op een pleistertje) die je zelf later nog zacht kunt indrukken.
  4. Even laten werken
    Meestal blijf je een tijdje rustig liggen of zitten terwijl de naaldjes hun werk doen. Veel mensen merken dan dat hun ademhaling vanzelf dieper wordt of dat het lichaam wat zwaarder aanvoelt op de bank.

In mijn eigen manier van werken – na het volgen van vier modules ooracupunctuur en extra topics bij opleidingsinstituut Qing-Bai – gebruik ik ooracupunctuur vooral om het zenuwstelsel te reguleren bij stress, pijn, overprikkeling, hormonale disbalans en spijsverteringsklachten, vaak in combinatie met lichaamsacupunctuur.

Een klein gebied, veel informatie

Het blijft bijzonder dat zo’n klein stukje huid aan de zijkant van je hoofd zoveel informatie kan geven over wat er in de rest van het lichaam speelt.

Of je nu vooral kijkt vanuit de Chinese geneeskunde of vanuit moderne neuromodulatie: het oor blijkt een toegankelijke ingang om invloed uit te oefenen op systemen die dieper in het lichaam liggen.

Voor mij maakt dat ooracupunctuur een waardevol onderdeel van een behandeling: klein in oppervlak, maar met duidelijke impact op hoe iemand zich van binnen ervaart. Het blijft bijzonder hoeveel informatie er in zo’n klein stukje oor verscholen ligt.